Brieven

brieven1Opa en Oma schreven elkaar, hij vanuit Batavia en zij werkzaam in Den Pasar. Die brieven hebben de oorlog overleefd, zijn tot een bundeltje aaneen gebonden meegegaan in de hutkoffer naar Holland. Oma oorlogsweduwe met drie zoontjes kwam in Scheveningen terecht. De koffer is steeds met haar meegereisd en uiteindelijk bij mijn vader in de kelder terecht gekomen. Ik zoek er al jaren naar niet die houten kist, ik weet precies hoe die eruit ziet. Zwart met ‘van dee’ er op geschilderd met slordige haastige letters. Het gaat mij om die brieven, ze zijn een symbool voor me geworden. Oma was ooit een dappere vrouw, de eerste vrouwelijke griffier aan de rechtbank. Niet dat mollige Indische vrouwtje met haarnetje en eeuwige etensluchtjes om haar heen. Opa is een foto. Maar die brieven zijn het bewijs dat ze van elkaar gehouden hebben. Als ik dan eindelijk toestemming heb om de kist uit de kelder tevoorschijn te halen is dat een haast magisch moment. De deksel gaat makkelijk openen wordt met een linnenband tegengehouden. De binnenkant van de kist is met spaanhoutjes bekleed, met officiële papieren vol stempels erop gelijmd. Er komt een onontkoombare tropische geur uit gemengd met mottenballen. Het bedwelmt me bijna. Mijn handen zoeken gretig tussen de stapels papieren. Er valt een briefkaart op de grond. Ik raap het op, het is een oude foto, met van die witte gekartelde randen, van een tuin. Ik draai hem om. Het is gericht aan Jantje van Dee, oude postweg in Batavia. De ‘jalan pos’ loopt dwars over het hele eiland Java en is een van de blijvende verdiensten van de Hollanders. Tegenwoordig is de weg continu verstopt met brommers, taxi’s, propvolle minibusjes en fietsen beladen met handelswaar. Langs de kant lopen kinderen in smetteloos witte overhemden en korte blauwe of donkerrode broekjes of rokken van hun school uniform. Sommige op blote voeten, maar de meeste hebben slippers aan, een enkel rijk kind draagt witte sokjes in haar dichte schoenen.

Het kriebelige handschrift is best lastig te ontcijferen en ook nog eens in Maleis geschreven. Een paar woorden op de kaart kan ik vertalen. Mijn opa heeft het geschreven. Was dit nog voor de oorlog? De kaart dwarrelt terug op de andere papieren en ik graaf verder, tot op de bodem. Maar nergens is een pakje brieven te vinden. Ze liggen er niet in! De schok is groot en ik laat me achterover op de koude vloer zakken. Tranen rollen over mijn wangen en ik doe niet eens de moeite om ze weg te vegen. Intens verdriet. Om alles. Om het gemis van Oma, die onbekende Opa en om de idylle die ik om hen heen gespannen had.