Zusters en broeders,
Regelmatig krijg ik een verzoek om mee te doen aan een enquête of via internet of door deel te nemen aan een gesprek. Soms doe ik mee als het onderwerp me interesseert en soms laat ik het aan me voorbij gaan. Een recent verzoek was of ik mee wilde doen aan een onderzoek over defensie. Blijkbaar had ik de testvragen niet goed beantwoord want ik werd niet uitgenodigd. Doopsgezinden en defensie zijn geen gemakkelijke gesprekspartners. Ik heb jarenlang namens onze Broederschap meegedraaid in een commissie die de protestante geestelijk verzorgers bij defensie bijstaat, dus ik heb een klein kijkje in de keuken kunnen nemen. Met enige regelmatig kwam daar het begrip rechtvaardige oorlog ter tafel. Toenmalig minister van defensie Van Middelkoop zag de missie in Afghanistan als een rechtvaardige oorlog. Want er wordt een hoger doel mee beoogd: indammen van geweld. Dat dit geweld ook geweld oproept daar wordt veel te weinig bij stil gestaan.
De vraag hoe je omgaat met oorlogsgeweld en de vele slachtoffers ervan staat dankzij het rapport over de MH17 en alle problematiek rondom asielzoekers weer hoog op de politieke agenda. De grote vraag blijft echter wat het juiste antwoord is wanneer je geweld wordt aangedaan? Daar ligt denk ik een belangrijke rol voor de kerken om zich te mengen in het publieke debat. Kunnen wij als Dopers onze visie op geweld en vooral op geweldloosheid en mogelijke verzoening, mooi verwoord in het Engels als just peace, gerechtvaardigde vrede, gehoord laten worden?
Terwijl ik deze zin opschreef moest ik denken aan een studieweekend jaren geleden.
Als onderdeel van de seminarie-opleiding hadden we een keer per jaar een studie-etmaal in Fredeshiem met zoals dat toen heette de eerste- en tweede-weggers samen. Ik weet niet meer precies wat het thema was van dit ene weekend. Toen wij de tweede dag aan het ontbijt zaten hoorden wij van een aantal docenten die de hele nacht naar CNN gekeken hadden dat de Golfoorlog was uitgebroken. Irak was Koeweit binnengevallen. Een aantal studenten zouden de komende zondag moeten preken. We hebben de rest van de dag besteed aan de vraag, hoe ga je hiermee om in je gemeente. Wat zeg je? Welke teksten kies je voor je overdenking. Hoe sta je tegenover dit oorlogsgeweld?
We hebben gesproken over de woorden van Jezus in de Bergrede: ‘heb je vijanden lief en bid voor wie je vervolgen’.
De eerste christenen probeerden de Bergrede letterlijk toe te passen en van geweld af te zien. Uit de uitspraken van vroege kerkvaders blijkt dat je als christen niet werd geacht het leger in te gaan. Toch zijn er ook bijbelteksten waar je uit kunt concluderen dat sommige pas bekeerde christenen in het leger bleven, bijvoorbeeld de Romeinse centurion, hij was ook een vroom man die God vereerde. Deze radicale les van Jezus om je vijanden niet te vervolgen maar lief te hebben, om geen kwaad met kwaad te vergelden, speelde een grote rol bij de eerste gemeenten en hun houding tegenover de overheid en het leger. Echter onder de Romeinse keizer Constantijn werd het christendom een staatsgodsdienst, daarmee ontstond een opmerkelijke verandering. Het werd voor christenen gewoon om in het leger te dienen. De opvatting van de keizer was dat een christelijk land natuurlijk door christenen moet worden verdedigd. Constantijn nam zelfs het kruis als symbool voor zijn legers. ‘De overheid draagt het zwaard niet voor niets’, staat al in Romeinen 13 en in onze tijd speelt deze kwestie nog steeds.
De traditionele uitleg van Romeinen 13 is gebaseerd op de opvatting dat de bijbel één geheel is. Dus de oorlogen in het Oude Testament maken deel uit van de bijbel en worden door God geleidt. Hiermee is, weliswaar onder voorwaarden, een rechtvaardiging voor oorlog gegeven. De doopsgezinde theoloog John Howard Yoder heeft ons een hele andere uitleg geleerd. Misschien dat wij daar iets aan kunnen hebben voor ons antwoord op de vragen van vandaag. Voor Yoder is de bijbel eveneens een geheel, echter hij plaatst de verhalen uit het Oude Testament in een ander perspectief omdat hij van de volgende vraag uit gaat. ‘Hoe kan een christen die elke vorm van oorlog verwerpt zijn standpunt in het reine brengen met het verhaal van het Oude Testament?’ Het andere perspectief dat hij ons aanbiedt, is dat van een Joodse lezer. Een Jood leest het Oude Testament veel meer als het verhaal van zijn verleden, niet als een morele les. Dat betekent volgens Yoder dat in een verhaal een oordeel of morele gevolgtrekking verondersteld kan worden maar dat het niet noodzakelijkerwijs het uitgangspunt is van het verhaal. De traditionele bijbeluitleg is dus een van vele manieren waarop we naar morele dilemma’s kunnen kijken.
Voor een Joodse lezer vallen juist de situaties op waar Israël gered werd door Gods machtige daden zonder dat Israël daar een eigen aandeel in had. Zelfs wanneer Israël op een vreselijke en vernietigende wijze geweld gebruikt, wordt de overwinning niet toegeschreven aan de inzet van de strijders, maar aan de hulp van God. Veel moderne mensen hebben grote moeite met de verhalen waarin hele volkeren over de kling gejaagd worden in opdracht van de Heer en wijzen daarmee het geloof in God af. Het is goed om ons eens af te vragen of het in de tijd van Abraham of die van Mozes wel een issue was of het doden van mensen moreel toelaatbaar is? Het Joodse volk wordt gered als zij door de Rode zee trekken doordat een vloedgolf het leger van de Egyptenaren mee sleurt. Daarna komen ze na veertig jaar zwerven aan bij het beloofde land, dat al bewoond blijkt te zijn. Toch zullen zij het in bezit gaan nemen. Het bijbelverhaal is geen morele les, in die zin dat we kunnen zeggen: er is toen geknokt en daar gaan we nu mee door want blijkbaar mag dat van God. Deze verhalen zijn zo verteld dat het in onze moderne ogen lijkt of God een oorlogszuchtige heerser is. Waar blijft dan de liefdevolle verzoenende God waar Jezus over spreekt?
Laten we nog een keer naar de woorden van Jezus in de Bergrede kijken en nu als een nieuw perspectief op geweld. De Joodse samenleving uit die tijd was bekend met het principe ‘oog om oog en tand om tand’. Deze wet van Mozes was op zich al een verbetering omdat het een beheerste en geaccepteerde manier van omgaan met de gewelddadige bloedwraak reguleerde. Echter Jezus komt met een volslagen nieuwe optie. Jezus vraagt ons om onze vijanden lief te hebben, dat is nog veel radicaler dan de traditionele wet. Dit betekent echter niet dat Jezus je verbiedt om je te verzetten! Je kan deze tekst ook lezen als een rechtstreekse oproep tot geweldloos verzet. Het Griekse woord dat hier voor verzet gebruikt wordt ‘antistenai’, betekent letterlijk tegen = anti, staan = stenai. Je bent er tegen, je gaat er voor staan. Jezus vraagt hier niet om je niet te verzetten, maar om tijdens je verzet geen geweld te gebruiken. Hij geeft een praktisch voorbeeld: keer wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe. Een slag met de rug van de rechterhand was voor Joden een vernedering, het is bedoeld om iemand op zijn plaats te zetten. Hoe kan je op zo’n moment je waardigheid behouden? Door de dader je linkerwang toe te draaien, dan ben je niet meer passief en verzet je geweldloos.
Jezus laat zien dat hij hier niet praat over de beste manier om de strijd te winnen, hij had een totaal andere manier om naar geweld, onmacht en haat te kijken: geweld kan worden uitgebannen zonder terug te slaan. Onderdrukkers kunnen worden tegengehouden zonder met ze te wedijveren.
Vijanden kunnen worden geneutraliseerd zonder ze uit te roeien. In alle evangeliën staan voorbeelden te over hoe Jezus de mensen laat zien hoe geweld overbodig kan worden. Dat doet hij op een creatieve manier. Met de bedoeling dat de mensen niet meteen het voor de hand liggende kiezen als antwoord op onmacht en onrecht. Erop los slaan! Al lijkt een oorlog lijkt soms onvermijdelijk en kan het de beste keus lijken, en voor bepaalde onderdrukte groepen mensen zelfs ook zijn. Toch zijn er geen criteria te bedenken om een oorlog te rechtvaardigen. Als Dopers kunnen we ervoor pleiten dat mensen op zoek gaan naar creatieve oplossingen wanneer geweld heerst en oorlogen uitbreken.
In de kerken wordt al eeuwenlang op grond van Romeinen 13 een rechtvaardige oorlog gepreekt. Toch wil dat niet zeggen dat wij het klakkeloos moeten napraten. Wanneer we de tekst opnieuw lezen samen met hoofdstuk 12 zie je dat Paulus iets heel anders bedoeld te zeggen dan een algemeen geldende uitspraak over rol en taak van de overheid. Iets als ‘veroorzaak geen onrust als minderheid, verzet je op een geweldloze manier tegen onrecht. Wees anders dan de rest waar dat nodig is, ga liefdevol met elkaar om. Respecteer de ander.’ Een oproep om liefdevol te handelen als een tegenbeweging tegen geweld. Paulus roept ons in zijn brief op tot ongelijkvormigheid. Door de breuken in onze gebroken wereld met liefde te helen. Niet met haat. Door in harmonie met onze medemensen samen te leven, voorzover het in onze macht ligt. Hij roept ons op om in navolging van Jezus niet alleen onze naaste lief te hebben als onszelf, maar ook de vijand. Dat gaat niet vanzelf, we zullen ermee moeten oefenen.
Als wij nu niet leren om creatief te reageren in moeilijke situaties, dan kunnen we het ook niet als het echt moeilijk wordt. Als we nu niet oefenen hebben we misschien geen moed als situaties lastig worden. Oefenen kan heel praktisch zijn, in de kleine dingen van het dagelijks leven. Hoe kan je reageren wanneer iemand overlast bezorgt in de stiltecoupé van de trein of verzin een niet voor de hand liggende reactie als iemand je uitscheldt in het verkeer.
Ik wil graag afsluiten met een citaat van Martin Luther King Jr. Zijn bekendheid heeft hij te danken aan zijn strikt geweldloze handelen in de strijd tegen het onrecht dat de zwarte Amerikanen werd aangedaan. Hij zag al in zijn studententijd dat geweldloos verzet een reële mogelijkheid is om raciale conflicten op te lossen in zijn land. Op latere leeftijd was hij ervan overtuigd dat dit evengoed mogelijk was bij conflictsituaties tussen landen. De beroemde toespraak ‘I have a Dream’ hield hij in 1963. Daarin zei hij onder andere:
‘Het belangrijkste in het principe van geweldloos verzet is liefde. Onrecht kan alleen worden overwonnen door liefde. Onrecht tegengaan met haat zou enkel de haat in de wereld nog verhogen.’
Tja, het is altijd weer de liefde die de wereld en ons mensen kan redden. Dat is iets wat we op zak hebben en wat meteen en in overvloed beschikbaar is. Ga er maar aan staan:
We have a dream!
Amen.